Henne Oostermeijer wil oude tijden doen herleven bij De Merino’s: ‘Met mooi voetbal meedoen om de titel’

VEENENDAAL De nieuwe trainer van De Merino’s is klaar voor volgend seizoen. Henne Oostermeijer wil het publiek teruggeven wat ze gemist hebben: ,,Het meedoen voor het kampioenschap. Die tijd moet weer terugkomen’’, aldus de ambitieuze Oostermeijer.

door Siem van Eck 

Vijf seizoenen was hij de trainer van De Merino’s, de oefenmeester die ze van de tweede naar eerste klasse leidde en ze daarna bovenin liet mee draaien, totdat hij er genoeg van had: ,,Op het laatst was ik niet meer tevreden met de algemene instelling van de spelersgroep. Maar ik werkte al vijf jaar lang met ongeveer dezelfde groep en van die groep zijn er nu nog drie over. Er staat nu dus een volledig nieuwe groep, dus dat is heel anders. Ik ga niet zo heel veel dingen anders doen. Als de groep er net zo goed op reageert als toen dan gaan we een leuk seizoen tegemoet.’’

VACATURE Waarom de trainer is teruggekomen is simpel: ,,Er was een vacature. Het is nu vier jaar geleden dat ik trainer was bij De Merino’s. Ik ben toen bewust gestopt, maar na twee jaar kriebelt het weer en wil je toch weer trainer worden. Ik heb gekeken naar mij opties en ik had geen zin om 30 tot 40 kilometer te rijden. Dan blijven je opties beperkt, want dan zijn er niet zoveel clubs als De Merino’s die vrijkomen. Ik kreeg te horen dat De Merino’s vrijkwam en ik heb ze gebeld met de instelling van ‘misschien is dat wel weer wat voor mij’ en toen zijn ze voor mij gegaan. In die jaren dat ik daar zat hebben ze me goed leren kennen, ze weten wie ik ben, wat ik doe en hoe ik het doe. Ze weten in principe alles van mij en dat is het gene waar ze nu voor kiezen.”

,,Ik ben een trainer die heeft laten zien dat er leuk en attractief voetbal gespeeld kan worden. Het spelletje op de mat waar de supporters trots op zijn. Op dit moment vinden zij dat dat nu een stuk minder is, ik sta er niet wekelijks langs de lijn dus dat weet ik niet zo goed. In de periode dat ik er zat en dan vooral de eerste drie jaar, was het echt leuk en gebeurde daar altijd wat, dus dat gaan we proberen terug te krijgen.’’

Het spelletje op de mat waar de supporters trots op zijn

De Merino’s is dit seizoen de constante strijd aan het voeren om degradatie te voorkomen, het seizoen daarvoor werd bepaald door corona maar het jaar onder Jan Gaasbeek was het niet veel beter: ,,In de periode dat ik er voor het eerst kwam was dat ook zo, maar in de periode dat ik er was speelden we toch regelmatig bovenin mee in de eerste klasse. Het zal leuk zijn om dat weer terug te krijgen, ik denk dat De Merino’s het prettig vind om lekker bovenin mee te draaien, dat is leuk. Dan kan je ook een beetje meedoen voor een kampioenschap of dat als je een thuiswedstrijd hebt er ook een topper wordt gespeeld. Die tijd moet terugkomen!”

MARIONETTEN ,,Of dat volgend seizoen meteen gaat lukken dat weet ik niet, maar ik denk dat er een hoop jongens staan die qua niveau niet onder een eerste klasse moeten spelen. Neem bijvoorbeeld Vincent van de Weerdhof, Joop de Bruin of Aron de Koning. Er zit een hoop talent. Het geheim is het proces, je moet niet te veel gaan hangen aan het product. De speler moeten gaan begrijpen hoe je als collectief moet gaan voetballen. Ik win liever met 5-4 dan met 1-0, er moet wat gebeuren, er moeten leuke dingen inzitten. Ik hou niet van inzakken en op de 0 spelen. We zullen het met zijn alle moeten gaan doen, spelers zijn geen marionetten. Ze moeten het belangrijk vinden om het op een bepaalde manier te gaan doen, ze moeten het inzien, pas dan gaan ze het doen.’’

(de tekst gaat onder de foto verder)

Henne Oostermeijer (hier op een archieffoto) zit nu nog thuis op de stoel maar in het nieuwe seizoen weer bij De Merino’s op de bank. - Jeroen van der Veer

SATELLIETCLUB  De Merino’s is de plek voor Veense voetballers die niet kunnen slagen bij DOVO of GVVV.  Het zou een doorgroei mogelijkheid moeten geven maar dat gebeurt te weinig vindt Oostermeijer: ,,Dat is iets dat DOVO en GVVV niet willen. Een soort satellietclub, daar maken ze geen gebruik van, hebben ze ook nooit gedaan. Op het moment dat een speler afzakt naar een lager niveau dan wordt hij afgeschreven als het ware. Dat is zonde, want de jeugd krijgt bijna nooit de kans om zich erin te spelen en nooit lang genoeg de kans. De echte talentjes die ontbeert het zich aan een stukje power of kracht of ze hebben nog niet geleerd om in een collectief te verdedigen. Dat kunnen ze leren bij een club als De Merino’s want er is niets zo flexibel als jeugd, die kun je van alles leren.’’

,,Maar op het moment dat ze bij een eerste elftal komen stopt het leerproces als het ware en moeten ze er staan. De talenten die er dan staan zijn allang bij het betaalde voetbal en de rest valt af. Maar juist die moeten zich doorontwikkelen, waardoor ze wel hele goede voetballers worden. En dan niet op hun 18e maar op hun 22e en in dat kader zou het voor grote verenigingen mooi zijn om te denken aan satellietclubjes. Die zijn zo gevonden en dat is heel leuk voor de talenten en ook mooi zijn voor de doorstroming van eigen jeugd in het eerste elftal. Want anders gaat heel veel talent verloren’’, eindigt de oefenmeester.