Afbeelding
Dennis van Dommelen

Peter Romijn, de sportverzorger bij Panter: ‘Ik heb echt geen wonderwater bij mij hoor’

Rubrieken

VEENENDAAL Verzorgers en fysiotherapeuten zijn de stille maar onmisbare krachten rondom een sportteam. Zij horen dingen op de behandeltafel, die zeer vertrouwelijk zijn en hebben een hechte band met de sporter, maar ook met de trainer. Hoe gaan ze daar mee om? Waarom blijft een verzorger vaak zo lang bij zijn club? In een serie artikelen zetten we enkele verzorgers uit de gemeente Veenendaal centraal. In de eerste aflevering: Peter Romijn van voetbalvereniging Panter. 

door Jeroen van der Veer

Ha, Peter... wat maakt jouw werk als verzorger nou zo leuk? ,,Voetballers zijn pieperts, laat ik maar direct duidelijk zijn. Wielrenners vallen knetterhard en je hoort ze niet zeuren. Maar ach, dat maakt het leuk. Ik ga naar de geblesseerde speler toe en maak een dolletje. Als ze lachen, weet ik dat het goed zit. Of ik met de spons het veld op ga? Houd toch op, dat vertik ik. Het is geen wonderwater dat we bij ons hebben hè? Nee, wat ik vooral zo leuk vind is het werken met de spelers; ze fitter maken, ze helpen met de klachten en de persoonlijke gesprekken.”

Je bent op diverse niveaus actief geweest als verzorger, toch? Vertel eens... ,,Mijn rijtje clubs is vrij lang, ja. DOVO, VRC, VVA’71, sv Panter, FC Jeugd, Scherpenzeel, VVA Achterberg en nu Panter weer. Alle clubs hadden wel wat, maar het niveau maakt mij echt geen reet uit. Je werkt met individuen... of je nou in de tweede divisie speelt of in de vierde klasse; een blessure is een blessure.”

Ben je vaak bij Panter te vinden? ,,In de situatie voor corona wel. Elke training en natuurlijk op de wedstrijddag.”

Is het lastig dat wat je op de massagetafel hoort, voor je te houden? ,,Ik weet soms eerder van een scheiding dan de partner van de voetballer zelf, haha. Ik ben ook een halve psycholoog voor die gasten en dat maakt het leuk. Je praat over van alles en dat kan bij mij ook. Zij weten: ‘wat ik Peter vertel, blijft tussen hem en mij’. Vertrouwen vind ik heel belangrijk.”

Zie je snel genoeg of iemand echt geblesseerd is of faken ze ook wel eens? ,,Dat faken gebeurt, ja. Maar dat heb ik snel door. Dat flik je mij één keer en dan is het klaar. Spelers die opeens pijntjes hebben als er een zware wedstrijd op het programma staat, trek ik slecht. In het veld is dat anders, een trap kan natuurlijk pijn doen. Alleen als dit gebeurd is, ga ik erheen en vraag ik of ze die avond ervoor nog een wilde nacht hebben gehad.... ontstaat er een lach, dan weet ik dat het goed zit. Tja, we moeten het ook allemaal niet moeilijker maken dan dat het is hoor.”

Welke speler ligt het meest bij jou op de tafel? ,,Ik wil Aron de Kaste benoemd hebben. Dat jochie had altijd iets en was altijd geblesseerd. Doodzonde, want hij kan zo goed voetballen. Ik ben met hem het veld opgegaan en gekeken hoe hij liep, hoe zijn houding was en waar zijn blessures mogelijk aan konden liggen. Met Aron ben ik uren aan de slag gegaan en heb veel met hem gesproken. Uiteindelijk was hij volledig fit en dat vind ik mooi. Je kan zo’n iemand echt helpen. Daarbij haalde ik van alles uit de kast. Heb hem in alle standen gelegd en ben met elastieken aan de slag gegaan... Vijf weken lang word je dan gehaat, maar als ze het resultaat merken ben ik opeens hun beste vriend. Prachtig toch?”

Wat is de heftigste blessure die je voorbij hebt zien komen? ,,De enkelbreuk van Jasper Bolland in het duel Quick Boys - VVA’71. Ik zag het gebeuren. Eigenlijk kan ik dan niet heel veel. Ik ben met hem gaan praten en heb de enkel stabiel gemaakt, want die moet niet gaan hangen. Het ambulance-personeel nam het vervolgens over en zij complimenteerden mij; dat zijn mooie momenten. Bij een heftige blessure raak ik eigenlijk nooit in paniek. Ik weet niet hoe dat komt. Tja, bij een gescheurde wenkbrauw zie je veel bloed, maar vaak valt het uiteindelijk allemaal wel mee. Anderen worden gek van al dat bloed, maar mij doet het weinig.”

Zijn spelers in de loop der jaren meer of minder gaan piepen? ,,Zo wil ik dat niet noemen. Wel zijn spelers meer op Google gaan kijken en dat is niet altijd handig. Daar lees je de meest heftige dingen, terwijl het in de praktijk vaak wel meevalt.”

Wat doe je als een trainer je advies niet opvolgt over het wel of niet fit verklaren van een speler? ,,Dat is mij één keer gebeurd. Een speler had zijn scheur in zijn oogkas en toch moest ‘ie spelen. Gek werd ik. Maar het is mij gelukkig maar één keer voorgekomen dat een trainer mijn advies negeerde. Zij weten ook dat het belang van de speler op één staat. Kijk, vroeger haalde een speler een spuit en ging hij toch voetballen. Dat is nu niet meer zo. Als ik zeg dat een speler niet kan spelen, kan ‘ie niet spelen. Simpel zat.”

advertentie
advertentie
Arris Haalboom regelt alles rondom de vlaggenparade bij het eerste elftal en de pupil van de dag, maar hij doet nog veel meer bij DOVO.
De Vrijwilliger: Arris Haalboom is van alle markten thuis bij DOVO: 'Ze noemen me hier Manusje van alles' 1 uur geleden
Het cricketteam in India is ontzettend trots op de T-shirts van Triathlon Veenendaal.
Vrijwilligster Margo verrast cricketteam in India met shirts van Triatlon Veenendaal 3 uur geleden
Afbeelding
Van Gent Finaleweken: Sportprogramma RegiosportVeenendaal.nl week 16 5 uur geleden
Afbeelding
Van Gent Finaleweken: Botic van de Zandschulp verliest in München en duikelt uit de top-100 15 uur geleden
Afbeelding
DOVO's Lid van Verdienste Cees van Wijk overleden: 'Een echte rooie is ons ontvallen' 21 uur geleden
Afbeelding
Waar moet je zijn? Een rondje Veenendaal-Veenendaal in beeld (video) 23 uur geleden
Fenna Achterberg is hard aan het trainen: ,,Indoor ging voor mij vooral om het weer doen van wedstrijden. Outdoor wil ik laten zien wat ik echt waard ben.”
Fenna Achterberg kijkt na blessureleed weer vooruit: 'Naast weer pijnvrij kunnen sporten, wil ik ook prestaties laten zien' 18 apr, 10:30