Aantal mensen dat wekelijks sport verder gestegen
OverigVEENENDAAL Het aantal Nederlands dat wekelijks sport is afgelopen maand gegroeid van 58 procent naar 60 procent. Daarmee is bijna het niveau van juli 2019 bereikt (61 procent), zo blijkt uit de maandelijkse Sportdeelname Index uitgevoerd door Kantar in opdracht van NOC*NSF. Ook de sportfrequentie is redelijk stabiel en zit de laatste maanden continu tussen de 8 en 8,5 keer per maand. In juli was de sportfrequentie 8,4 keer per maand.
De grootste stijging is te zien bij de leeftijdsgroep 19 tot en met 30 jaar. Binnen deze groep sport 71 procent minstens een keer in de week, elf procent meer ten opzichte van een maand eerder. Vorige maand daalde deze leeftijdsklasse juist door een afname van het aantal mensen dat aan buiten fitness en hardlopen/joggen deed. De toename deze maand is echter niet goed te duiden, er zijn meerdere sporten die in juli zijn gestegen, waaronder biljart, tennis en wielrennen.
Opvallend is de grote afname van sportdeelname onder de jeugd van 13 tot en met 18 jaar. Deze daalde in juli met 15 procent naar 52 procent. Deze daling wordt mede veroorzaakt door het minder voetballen en minder fitnessen door deze leeftijdsgroep in juli ten opzichte van een maand eerder.
Bijna een op de vier mensen (24 procent) die voor de coronaperiode sportte, geeft aan nu meer te sporten dan voor de coronaperiode. Dit staat tegenover 9 procent van de mensen die voor de coronacrisis sportte die nu zijn gestopt.