Utrechters hebben het meeste plezier in zelf sporten

VEENENDAAL Nederlanders hebben meer lol in zelf sporten dan in het kijken naar anderen die sporten. Ruim de helft van de volwassenen beloont ‘zelf sporten’ als activiteit met een rapportcijfer van 8 of hoger, blijkt uit cijfers waar het Mulier Instituut over schrijft. In de provincie Utrecht ligt dat percentage zelfs op 61 procent, het hoogste van het hele land. Utrechters lijken die lol ook het meest om te zetten in actie: in deze provincie geeft het hoogste percentage inwoners aan zelf wekelijks aan sport te doen.

Van de volwassen inwoners in de provincie Utrecht voldoet 54 procent aan de beweegrichtlijn, 56 procent van hen doet wekelijks aan een of meer sporten. Fitness is daarbij de meest beoefende sport in de provincie Utrecht, gevolgd door duursport (zoals fietsen, hardlopen, wandelen, skeeleren). Op de derde plaats staan veldsporten (zoals voetbal, hockey en tennis). Bekijk hier meer cijfers van het Mulier Instituut.

Het sportonderzoeksinstituut vroeg bij het RIVM regionale uitkomsten op van enquêtevragen binnen de Leefstijlmonitor. Daaruit blijkt dat zo’n vier op de tien Nederlanders veel plezier beleeft aan het volgen van sport via radio, televisie of internet. Het bezoeken van een sportwedstrijd of sportevenement wordt door iets minder dan drie op de tien volwassenen met een hoog cijfer beloond. Voor zelf sporten geldt dat dus voor ruim vijf op de tien Nederlanders.

Volgens het Mulier Instituut is ‘plezier beleven aan sport een belangrijke motivator om te blijven sporten’. Mensen die wekelijks sporten geven beduidend vaker aan daar veel plezier uit te halen dan mensen die niet sporten. Ook plezier beleven aan het kijken naar sport, of naar een sportwedstrijd gaan, speelt volgens het instituut een rol in de motivatie om zelf aan het sporten te blijven.

Over de cijfers: In dit onderwerp gaat het om plezierbeleving. Per provincie is in kaart gebracht welk deel van de volwassenen (19 jaar of ouder) het rapportcijfer 8 of hoger geeft aan verschillende sportgerelateerde activiteiten. Het gaat hierbij om zelf sporten, om kijken/luisteren naar sporten via media en om naar het bezoeken van een sportwedstrijd/evenement. De onderzoekers van het Mulier Instituut hebben deze regionale uitsplitsing opgevraagd bij het RIVM vanuit de tweejarige module Bewegen en Ongevallen (LSM-A), aanvullend uitgevoerd door het RIVM en CBS binnen de jaarlijkse Leefstijlmonitor.